Rupsje nooitgenoeg draagt bij aan de gezonde ontwikkeling van het kind. Voeding speelt hierbij een belangrijke rol. Eten en drinken biedt kinderen de gelegenheid nieuwe ervaringen op te doen en eigen smaken en voedingsbehoefte te ontdekken.
De basis voor het voedingsbeleid is te vinden in de producten-/variatielijst. Deze lijst bevat een gezonde en uitgebalanceerde voeding. Er is wel ruimte voor traktaties of extra’s bij feestelijke gelegenheden zoals Sinterklaas.
Het
voedingsbeleid is geschreven door diëtisten voor ouders en pedagogisch
medewerkers.
Voor een goede groei en gezondheid is gezonde voeding essentieel. Daarnaast wordt in de eerste levensjaren de basis gelegd voor verdere smaakontwikkelingen. Rupsje Nooitgenoeg speelt hier op in door kinderen de juiste voeding aan te bieden en smaakontwikkelingen te stimuleren. Hierbij staat het uitgangspunt ‘weet wat je eet en denk aan de natuur’ centraal.
De voorkeur van zuigelingenvoeding gaat uit naar borstvoeding. Als tweede keuze voor kinderen onder de 1 jaar kan er gebruik worden gemaakt van zuigelingenvoeding van zoals Nutrilon 1, 2 en 3 (afhankelijk van de leeftijd). Ouders dienen de flesvoeding voor kinderen onder de 1 jaar zelf mee te nemen. Bij poederflesvoeding wordt u verzocht om de fles mee te geven en de poeder flesvoeding in porties te doseren of een volledige doos mee te geven. In verband met de Hygiënecode( Stichting Voedingscentrum Nederland) mogen wij alleen flesvoeding accepteren die nog niet bereid is. Afgekolfde borstvoeding bewaren we in de koelkast. Indien mogelijk de borstvoeding bevroren aanleveren. Fles graag voorzien van naam en datum.
Vanaf 4-6 maanden mag er gestart worden met bijvoeding. In overleg met de ouders zal hiermee worden gestart. Uit een internationaal recent onderzoek is naar voren gekomen dat kinderen die beginnen met groentehapjes op latere leeftijd meer groenten accepteren. Daarnaast stijgt de inname van verschillende groentesoorten na herhaaldelijk aanbieden van groente (C. Barends, 2012). (Dit kan vers gepureerd zijn zonder toevoegingen) We serveren het fruit in stukjes of geprakt afhankelijk van de soort. Er wordt ook rekening gehouden met de wensen van de ouders en het kind. Vanaf 1 jaar wordt er gestreefd naar het mee eten in het dagschema van de groep.
Alle boterhammen worden standaard besmeerd met margarine. Dit is een belangrijke bron van vitamine A, D en E. Kinderen kunnen zelf kiezen voor diverse soorten hartig en/of zoet beleg. Er zijn zowel hartige als zoete belegsoorten welke onder voorkeursproducten of onder belegsoorten bij uitzondering vallen. Wanneer kinderen meerdere boterhammen eten wordt er op gelet dat het kind niet keer op keer hetzelfde kiest. Variatie is goed voor de smaakontwikkeling.
Smeerkaas bevat veel zout en vet, waaronder verzadigd vet (verkeerde vet). Daarom is de aanbeveling volgens het Voedingscentrum niet meer dan 1-2 boterhammen per week met smeerkaas te besmeren. Kindersmeerkaas bevat minder zout en (verzadigd) vet. Daarom is ervoor gekozen dit in het assortiment op te nemen.
Smeerleverworst bevat tevens veel vet en verzadigd vet, maar ook veel vitamine A. Een te veel van vitamine A kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid. Geadviseerd wordt maximaal 2-3 boterhammen per week (afhankelijk van de leeftijd) met smeerleverworst te smeren. Daarom heeft Rupsje nooitgenoeg ervoor gekozen dit alleen op woensdag aan te bieden.
Er mag geen honing aan kinderen onder de 1 jaar aangeboden worden in verband met een bacterie in honing waar kinderen (tot de leeftijd van 1 jaar) ernstig ziek van kunnen worden.
Pindakaas bevat veel vetten, maar wel onverzadigde vetten (gezonde vetten). Deze belegsoort wordt daarom wel aan de kinderen aangeboden. Er wordt hierbij streng gelet dat kinderen met een pinda allergie deze belegsoort niet binnenkrijgen.
Tijdens de broodmaaltijd wordt er gestreefd dat kinderen tot 4 peutergroeimelk drinken. Vanaf de leeftijd van 1 jaar krijgen de kinderen dreumes- en peutergroeimelk, namelijk Nutrilon 4, 5 en 6 (afhankelijk van de leeftijd).
Kinderen vanaf 1 jaar mogen niet meer dan 300 ml melkproducten per dag. Dit komt overeen met twee bekertjes melk. Samen met de ouders wordt hier op gelet. Dit heeft te maken met de grote hoeveelheid eiwit die melk(producten) bevatten. Een teveel aan eiwitten is belastend voor de nieren van de kinderen, omdat deze nog niet op volwassenniveau functioneren. Bovendien neemt de kans op overgewicht op latere leeftijd (7 jaar) door te veel aan eiwitten toe. Om te zorgen dat de kinderen niet te veel aan eiwitten binnenkrijgen is niet alleen de hoeveelheid van belang, maar ook het soort melk. Peutergroeimelk is een melk die specifiek is voor de voedingsbehoefte van de kinderen. Het bevat niet alleen minder eiwit, maar bevat ook meer vitamine D en ijzer. Omdat peuters vaak te veel eiwit en te weinig vitamine D en ijzer binnenkrijgen, is er gekozen om Nutrilon 4 en 5 aan te bieden.
Naast Nutrilon gaat de voorkeur naar water en lauwe thee (geen zoethout thee i.v.m. het verhogen van de bloeddruk). Er wordt gelet dat kinderen niet te veel diksap of aanmaaklimonade binnenkrijgen. De dranken worden verlengd met 2x meer water dan op de verpakking staat.
Borstvoedingskindjes (ook na een jaar) krijgen geen melk aangeboden op het kinderdagverblijf. Er wordt hiervoor water of lauwe thee aangeboden.
Dagelijks wordt er vers fruit aangeboden. Dit is meestal een bakje met meerdere soorten fruit. Voor de kinderen wordt het fruit in stukjes gesneden. Er wordt zoveel mogelijk variatie aangeboden in het fruit voor de smaakontwikkeling. Bij voorkeur wordt er seizoensfruit aangeboden.
Elke dag wordt er gestreefd naar een groentemoment. Dit kan tijdens de lunch of als tussendoortje worden zijn. Dit groentemoment bestaat uit rauwe groentes zoals komkommer, tomaat, paprika en wortel. Ook hier zal in gevarieerd worden. Bij voorkeur wordt er seizoensgroenten aangeboden.
Indien ouders groenten of fruit uit een potje willen aanbieden, dan dienen zij dit zelf mee te nemen.
Traktaties mogen feestelijk en lekker zijn. Wel wordt er gestreefd naar zo gezond mogelijke traktaties. Wanneer pedagogische medewerkers trakteren, geven zij het goede voorbeeld. Dit is het streven:
Voldoet een traktatie niet aan de eisen, dan wordt de traktatie meegegeven naar huis. Voor leuke ideeën kunnen ouders kijken op http://www.gezondtrakteren.nl/.
Tijdens het intakegesprek wordt met ouders afgestemd of er mogelijk sprake is van een allergie, dieet of geloofsovertuiging waar rekening mee dient worden gehouden. Gedurende de periode dat het kind in de opvang is, zal dit onderwerp constant onder de aandacht zijn en regelmatig met de ouders worden besproken. Op de kindklapper heeft de pedagogisch medewerker bijzonderheden vermeld over bijvoorbeeld een voedselallergie. Indien het kind speciale voeding nodig heeft, kunnen ouders dit zelf meenemen in overleg met de pedagogisch medewerkers.
De baby’s krijgen voedingen op vraag. Hiervoor is gekozen omdat kinderen hierdoor hun eigen ritme kunnen volgen qua voeding. Hierbij kan er overlegd worden met de ouders.
Binnen het kinderdagverblijf wordt het volgende voedingsschema gehanteerd:
7.00-8.00 Ontbijt
Eten: Brood (5x in de week), Yoghurt met ontbijtgranen of cruesli (2x per week)
Drinken: Thee, Nutrilon, 1 keer per week chocolademelk of fristi.
10.00-10.15 Tussendoor
Eten: Fruit en/of groenten
Drinken: Roosvicee
12.00-13.00 Lunch
Eten: Brood met variërend beleg, groenten.
Drinken: Nutrilon, thee
15.30-16.00 Tussendoor
Eten: Fruit en/of groenten. Verantwoord tussendoortje zoals soepstengel, rijstewafel.
Drinken: Roosvicee, siroop.
17.00-18.00 Avond maaltijd
Eten: Gevarieerd hoofdgerecht en nagerecht
Drinken: Water
19.00-20.00 Tussendoor
Drinken. Thee of warme melk.
21.00-6.00 Tussendoor
Drinken: Water
* Kinderen vanaf 1 jaar krijgen bij voorkeur in de ochtend Nutrilon. Zijn kinderen later pas aanwezig, dan wordt dit in de middag aangeboden.